Om 6 uur regende het nog behoorlijk, om half 7 spetterde het nog steeds, maar om 7 uur was het droog. Zodoende hadden we om half 8 met 6 IJVL-ers onder leiding van Jaap de Gorter eindelijk weer eens een droge droogtraining.
Het zou een soort duintraining light worden. Jos Drabbels kwam aanzetten met 4 banden, die Sophia netjes voor ons in elkaar gezet had. Daarmee konden we de oefening doen, waarbij je heel schuin aan een hek moest hangen en halve "bochtstappen" moest doen, waarbij je standbeen flink verzuurde. Daarvoog gingen we op industrieterrein Roomburg op zoek naar een daarvoor geschikt hek.
Onder het inlopen noemde ik dat, vrij naar een reisprogramma uit vervlogen tijden: "Ontdek je hekje".
Dat hek vonden we. Hier deden we in 3 tweetallen om beurten de oefeningen, waarbij deze oudere hangjongeren in shorttrackhouding in de "autogordels" hingen. Als we dat in het echt eens konden!
Van het industrieterrein liepen we door naar "Cronesteyn", waar we op een schelpenpad tussen de weilanden de bochtstappen oefenden, terwijl we door een trainingsmaat werden tegengehouden. Ook hier lag de nadruk op het schuin hangen.
We liepen met een bocht terug naar de kleedkamers van Swift, waar Jaap, Jos en ik na ons gedoucht te hebben terug naar huis fietsten. Net voorbij het clubgebouw van Swift roken we een gaslucht. Het was de geur van butagas.
Nu heb je na een zware training wel eens spreekwoordelijk het lek, maar dit was toch anders.
We fietsten een paar keer heen en weer, maar telkenmale roken we op hetzelfde punt de gaslucht. We hielden een jonge hardloopster aan, die dezelfde geur rook. Zij had een mobieltje bij zich en belde daarmee naar de politie en de brandweer.
De politie kwam het eerst opdraven met 2 wagens en een motoragent.
Niet veel later kwam de brandweer er met zwaailichten aan met maar liefst 8 man. Meer blauw op straat lukte dus binnen de kortste keren.
Ze maten inderdaad een lichte verhoging en zouden Liander bellen om een prikmeting uit te laten voeren. Zodoende werd ontdek je hekje ontdek je plekje.
maandag 31 augustus 2015
Gedwongen rust
Tom Dumoulin won gisteren op fabuleuze wijze een etappe in de Vuelta met tot 3 keer toe aanvallen op de steile slotklim. Dit was tot nu toe niet "zijn" terrein. De conclusie kan niet anders zijn, dan dat hij in topvorm is.
En dat nadat hij in de Tour de France na een paar dagen op moest geven door een valpartij. Vorig jaar overkwam Alberto Contador hetzelfde. Ook hij viel toen vroeg uit in de Ronde van Frankrijk om twee maanden de Ronde van Spanje te winnen.
Vrijwel niemand had dat voor mogelijk gehouden, maar soms werkt gedwongen rust juist louterend voor een topsporter.
Wat dat aangaat is Yvonne van Gennip een lichtend voorbeeld hiervan. In het najaar van 1987 moest ze aan haar been geopereerd worden. Niemand gaf nog een cent voor haar kansen bij de Olympische Spelen in 1988, maar doordat ze door de gedwongen rustperiode uitgerust aan de start verscheen, werd ze met 3 gouden medailles "the Queen of Calgary".
In het Engels hebben ze hier een rake typering voor: "A blessing in disguise".
In Nederland kunnen we terugvallen op de dichter Gerbrand Adriaensz. Bredero: "'t Kan verkeren".
En dat nadat hij in de Tour de France na een paar dagen op moest geven door een valpartij. Vorig jaar overkwam Alberto Contador hetzelfde. Ook hij viel toen vroeg uit in de Ronde van Frankrijk om twee maanden de Ronde van Spanje te winnen.
Vrijwel niemand had dat voor mogelijk gehouden, maar soms werkt gedwongen rust juist louterend voor een topsporter.
Wat dat aangaat is Yvonne van Gennip een lichtend voorbeeld hiervan. In het najaar van 1987 moest ze aan haar been geopereerd worden. Niemand gaf nog een cent voor haar kansen bij de Olympische Spelen in 1988, maar doordat ze door de gedwongen rustperiode uitgerust aan de start verscheen, werd ze met 3 gouden medailles "the Queen of Calgary".
In het Engels hebben ze hier een rake typering voor: "A blessing in disguise".
In Nederland kunnen we terugvallen op de dichter Gerbrand Adriaensz. Bredero: "'t Kan verkeren".
Labels:
Olympische Spelen,
Schaatsen,
Tour de France,
Wielrennen
zondag 30 augustus 2015
Bulttijdrit of "Je ziet er weer mooi uit!"
Vanmorgen vertrok ik om half 10 naar het wielerparcours van Swift, waar de jaarlijkse Bulttijdschrift van de IJVL werd verreden. Ik mocht niet ontbreken, daar ik de vorig jaar veroverde rode lantaarn moest verdedigen.
Wat dat aangaat was ik dit jaar al op achterstand gezet, want ik was niet met de Batavus Galibier met fietstassen, maar op mijn oude vertrouwde Peugeot Avoriaz, dus ik was al meteen een stuk aerodynamischer.
Maar gelukkig had ik voor mijn 60e verjaardag van mijn jongste dochter een groene kikker gekregen, die ik op de top van mijn triatlonstuur gemonteerd had. Zodoende was weer een klein stukje aerodynamica teniet gedaan. Je moet immers altijd zorgen, dat er nog iets te verbeteren valt.
Bij aankomst op "De Bult" waarschuwde ik Gerard Snel, diverse malen winnaar van de Bulttijdrit alvast: "Gerard, als ik in deze kikker knijp, dan hoor je dit toetergeluid. Als je dit hoort, dan weet je dat ik je in ga halen!"
Ach ja, het zijn de details, die het uiteindelijke resultaat bepalen.
Wat dat aangaat was dit wel een gouden dag. Buiten de kikker op het triatlonstuur vertrok ik met "het tuigje" om, dat vol zat met plastic plantenpotten, die ik na de tijdrit naar een hobbykweker aan de Weipoortseweg in Zoeterwoude af zou geven.
Dit ontlokte bij het vertrek aan mijn vrouw de uitspraak: "Je ziet er weer mooi uit!"
Mijn dag kon niet meer stuk. Vooral niet, toen bleek, dat ik de degens mocht kruisen met Hans Post, die bij de Run-Skate-Run bewezen had uit het goede hout te zijn gesneden. Hij ging er tijdens de eerste editie van de opvolger van de wintertriatlon meteen met de Leidse sleutel, de tegenhanger van de rode lantaarn, vandoor. Dat beloofde dus een strijd op het scherpst van de snede.
Vlak voor het startschot klonk, kwamen de klanken van "Buddy Joe" uit de geluidsboxen met de zinsnede: "With his pockets full of gold". Als er een ding zeker was vandaag, dan was het, dat ik geen goud ging halen.
Geheel volgens schema werd ik door de ene na de andere tijdrijder ingehaald. Alleen Hans Post liet nog even op zich wachten, doch uiteindelijk wist ook hij me te passeren. Denk echter niet, dat ik me er met een Jantje van Leiden van af maakte. Het grootste deel van het parcours lag mijn snelheid boven de 30 kilometer per uur. Alleen tijdens de 15 beklimmingen kwam de teller onder de 25.
De zon was doorgebroken en het werd flink warm. Als rechtgeaarde diesel was ik ook warmgedraaid. Waar Hans in het eerste deel een meter of 500 op me gepakt had, daar bleef in het tweede deel van de ruim 23 kilometer het verschil tussen ons even groot.
Inmiddels werd het steeds stiller op de wielerbaan. Diverse tijdrijders waren al klaar en op het laatst waren alleen nummer laatste en voorlaatst nog aan het rijden. Ik prolongeerde de rode lantaarn echter met verve. In een tijd van 46.08 eindigde ik ruim een minuut na mijn collega-trainer in de Leidse IJshal op de vrijdagmiddag.
Bij de snelle mannen was het tijdsverschil trouwens maar 11 seconden in het voordeel van Martijn Borst, die daarmee Gerard Snel naar de tweede plaats verwees.
Mijn kilometerteller gaf een gemiddelde van 30,8 kilometer per uur aan. Het was een stuk sneller dan de met dezelfde teller geregistreerde 29,4 van 2010.
Na me gedoucht te hebben na de prijsuitreiking fietste ik naar de Weipoort. Daar werd ik verlost van "de bult op de rug" door de plantenpotten achter te laten bij de boerderij. Ik fietste de Weipoortseweg af om een ijsje te halen bij Weipoorts ijs.
Vervolgens fietste ik naar de Hooglandse kerk, waar ik met Ada had afgesproken. Vandaar reden we door naar de volkstuin, waar Ada met grondwerkzaamheden aan de slag ging. In gewoon Nederlands: onkruid wieden.
Ik schepte 4 emmers vol compost en plukte bramen, sperziebonen, snijbonen en Nieuw-Zeelandse spinazie. Het was inmiddels bloedheet in de zomerzon. Om half 4 zat mijn taak in de tuin erop. Ada ging nog even door, terwijl ik naar huis fietste met als dagtotaal 67 kilometer.
Thuis gekomen ging ik het bed opmaken. Dat slaapt toch wat prettiger.
Aan het eind van de middag liet Tom Dumoulin zien, dat je nog andere prijzen kunt pakken dan de rode lantaarn. Hij sloeg een dubbelslag in de Vuelta. Zo kan het dus ook....
Wat dat aangaat was ik dit jaar al op achterstand gezet, want ik was niet met de Batavus Galibier met fietstassen, maar op mijn oude vertrouwde Peugeot Avoriaz, dus ik was al meteen een stuk aerodynamischer.
Maar gelukkig had ik voor mijn 60e verjaardag van mijn jongste dochter een groene kikker gekregen, die ik op de top van mijn triatlonstuur gemonteerd had. Zodoende was weer een klein stukje aerodynamica teniet gedaan. Je moet immers altijd zorgen, dat er nog iets te verbeteren valt.
Bij aankomst op "De Bult" waarschuwde ik Gerard Snel, diverse malen winnaar van de Bulttijdrit alvast: "Gerard, als ik in deze kikker knijp, dan hoor je dit toetergeluid. Als je dit hoort, dan weet je dat ik je in ga halen!"
Ach ja, het zijn de details, die het uiteindelijke resultaat bepalen.
Wat dat aangaat was dit wel een gouden dag. Buiten de kikker op het triatlonstuur vertrok ik met "het tuigje" om, dat vol zat met plastic plantenpotten, die ik na de tijdrit naar een hobbykweker aan de Weipoortseweg in Zoeterwoude af zou geven.
Dit ontlokte bij het vertrek aan mijn vrouw de uitspraak: "Je ziet er weer mooi uit!"
Vlak voor het startschot klonk, kwamen de klanken van "Buddy Joe" uit de geluidsboxen met de zinsnede: "With his pockets full of gold". Als er een ding zeker was vandaag, dan was het, dat ik geen goud ging halen.
Geheel volgens schema werd ik door de ene na de andere tijdrijder ingehaald. Alleen Hans Post liet nog even op zich wachten, doch uiteindelijk wist ook hij me te passeren. Denk echter niet, dat ik me er met een Jantje van Leiden van af maakte. Het grootste deel van het parcours lag mijn snelheid boven de 30 kilometer per uur. Alleen tijdens de 15 beklimmingen kwam de teller onder de 25.
De zon was doorgebroken en het werd flink warm. Als rechtgeaarde diesel was ik ook warmgedraaid. Waar Hans in het eerste deel een meter of 500 op me gepakt had, daar bleef in het tweede deel van de ruim 23 kilometer het verschil tussen ons even groot.
Inmiddels werd het steeds stiller op de wielerbaan. Diverse tijdrijders waren al klaar en op het laatst waren alleen nummer laatste en voorlaatst nog aan het rijden. Ik prolongeerde de rode lantaarn echter met verve. In een tijd van 46.08 eindigde ik ruim een minuut na mijn collega-trainer in de Leidse IJshal op de vrijdagmiddag.
Bij de snelle mannen was het tijdsverschil trouwens maar 11 seconden in het voordeel van Martijn Borst, die daarmee Gerard Snel naar de tweede plaats verwees.
Mijn kilometerteller gaf een gemiddelde van 30,8 kilometer per uur aan. Het was een stuk sneller dan de met dezelfde teller geregistreerde 29,4 van 2010.
Na me gedoucht te hebben na de prijsuitreiking fietste ik naar de Weipoort. Daar werd ik verlost van "de bult op de rug" door de plantenpotten achter te laten bij de boerderij. Ik fietste de Weipoortseweg af om een ijsje te halen bij Weipoorts ijs.
Vervolgens fietste ik naar de Hooglandse kerk, waar ik met Ada had afgesproken. Vandaar reden we door naar de volkstuin, waar Ada met grondwerkzaamheden aan de slag ging. In gewoon Nederlands: onkruid wieden.
Ik schepte 4 emmers vol compost en plukte bramen, sperziebonen, snijbonen en Nieuw-Zeelandse spinazie. Het was inmiddels bloedheet in de zomerzon. Om half 4 zat mijn taak in de tuin erop. Ada ging nog even door, terwijl ik naar huis fietste met als dagtotaal 67 kilometer.
Thuis gekomen ging ik het bed opmaken. Dat slaapt toch wat prettiger.
Aan het eind van de middag liet Tom Dumoulin zien, dat je nog andere prijzen kunt pakken dan de rode lantaarn. Hij sloeg een dubbelslag in de Vuelta. Zo kan het dus ook....
zaterdag 29 augustus 2015
Benevelde bergen
Eind 1994 heb ik in eigen beheer een boekje mogen uitgeven, dat bij de Katwijkse bibliotheek in het kerstpakket zat. De titel was "Benevelde bergen" en het speelde zich af in Ierland.
De beschreven route in dat boekje is de reis, die ik in 1983 met Ada gemaakt heb, toen zij 5 maanden zwanger was van Ike. Veel beschreven situaties waren afkomstig uit mijn ietwat wilde hippiejaren.
Het zou in Dorset de dag worden van de benevelde bergen. 's Nachts hadden we daar nog geen idee van. Het regende. Het klonk erger dan het was. Het was de drup van de bomen.
Om 7 uur stonden we op. Er hing een lichte drizzle. De buitentent was zeiknat. De binnentent ruimden we zo snel mogelijk op, de buitentent namen we nat mee.
We laadden de fietsen op, die we tegen Boombaard hadden gestald. Er waren 2 holtes, waar ooit takken hadden gezeten, terwijl het mos eronder baardgroei deed veronderstellen onder de donkere "ogen".
We noemden de boom dus naar de ent Boombaard uit "In de ban van de ring" van J.R.R. Tolkien.
In de serre, waar we de avond ervoor gezeten hadden, ontbeten we. Na het bestelde brood om 9 uur opgehaald te hebben, reden we om 9 uur van de "Corfe Castle Camping" af.
We zouden vandaag een alternatieve route fietsen. Gisteren hadden we al ervaren, hoe zwaar de route naar Lulworth Cove was zonder bagage, terwijl fietsroute 2 van the National Cycle Network een stuk vlakker was. Over de drukke weg langs het kasteel trapten we naar Stoborough, waar we een rustige weg hadden naar East Holme.
Over vrij vlakke wegen schoten we lekker op. Via Wool kwamen we in Moreton uit. Hier namen we onze eerste pauze in tearoom "Moreton school", dat gevestigd was in de oude school. De oudste schoolfoto stamde uit 1906!
We namen op deze drizzledag, waarbij het uitzicht op de heuvels om ons heen vrij beperkt wasm naast de cappuccino en warme chocolademelk ook overheerlijke appelchocoladetaart en kersen-amandelcake.
Via fietsroute 2 reden we over licht glooiende slingerwegen naar Dorchester. We gingen naar het centrum van deze Romeinse stad.
We stalden de fietsen aan de kop van de winkelstraat en wandelden door het winkelgebied. We kochten postzegels bij the postoffice om na een stuk wandelen bij St. Peter's Church uit te komen. Deze kerk had mooie gebrandschilderde ramen.
Ada keek nog even bij Laura Ashley en Sea Salt voor de laatste Engelse mode. Intussen begon het te regenen, zodat we onze jassen aandeden. In een supermarkt kochten we bananen en appels en met deze voorraad gingen we terug naar route 2.
We zaten er net weer op, toen Ada mij riep. Ze was haar wielerhandschoenen weer eens kwijt!
"We gaan niet terug!", zei ze er nadrukkelijk bij.
Ze wist niet, waar ze de handschoenen precies was kwijtgeraakt. In een druk winkelgebied wordt het dan ook lastig zoeken.
Waar we niet naar hoefden te zoeken was een plek, waar we konden lunchen. Het regende even flink hard, toen we net onder een spoortunnel door moesten. Een prima plek. Drie boterhammen en een halve liter melk verder was het precies droog, toen we de weg op gingen voor het zwaarste deel van de tocht.
Vanuit Dorchester klommen we over een rustig weggetje en een nog veel stiller grindpad naar een aardige hoogte. Het pad kwam uit op een boerenerf, waarbij we moesten slalommen tussen de stallen door.
Een stukje verderop zag je de contouren van een heuvel, die verder geheel verdween in de nevel. Vanaf het boerenerf reden we over een stille weg Martinstown binnen, een alleraardigst plaatsje.
Vanaf hier was het stampen op de pedalen. Het was 2 mijl klimmen in alle gradaties naar Hardy's Monument. Dit geschiedde wel in de mist. Was het zicht in Martinstown nog 200 meter, halverwege was het 100 meter en op de top nog maar 50 meter.
En dat, terwijl onze reisgids bij de officiële route, die we hier op zouden pikken, beloofde: "Na het pitoreske maar drukbezochte Abbotsbury volgt een zware klim naar Portesham Hill. Het steilste stuk helt tegen de 20%, maar het mooie uitzicht over Chesil Bay verzacht het leed aanzienlijk."
Nou, daar stonden we dan bij het imposante Hardy Monument. Op 50 meter zag je de contouren van de 22 meter hoge toren slechts vaag.
Het monument was trouwens niet voor de schrijver Thomas Hardy, die onder andere "Far from the madding crowd" op zijn naam heeft staan.
Het betrof admiraal Thomas Hardy, die samen met Nelson vocht bij de Slag bij Trafalgar tegen de vloot van Napoleon.
Vermoedelijk was ik op het verkeerde been gezet door een artikel in een tijdschrift over Dorset in "Moreton School". In dat tijdschrift stond een lezenswaardig artikel over het folknummer "John Barleycorn", dat in de jaren '60 weer bekend werd gemaakt door Traffic.
Tijdens de klim hadden we flinke tegenwind. Dit gaat niet samen met mist. Vandaag beleefde ik in het echt, wat ik wel eens tegen mijn vrouw zeg: "Ik ben in de wolken met Ada!"
Voor we aan de afdaling begonnen, deden we onze fietslampen maar aan, zodat we iets beter zichtbaar waren voor het spaarzame verkeer. Ik kan mij niet heugen, dat ik dat op een middag in juli gedaan heb, maar het leek meer herfst dan zomer.
Naarmate we verder daalden, werd het zicht beter. De bewolking begon te breken.
In het dal van Littlebredy en Long Bredy zag je de toppen van de heuvels onder een dik wolkendek verborgen gingen. De benevelde bergen.
We waren aangekomen in Puncknowle, waar een mooie, maar zeer rustige camping was: "Home Farm". We kregen uitleg, waar we bij een boerderijwinkel boodschappen konden doen. Het was ruim 2 kilometer fietsen, nota bene op onze route. We twijfelden nog even, maar gingen toch terug naar Puncknowle in de regen.
Tegen de tijd, dat we ingeschreven waren, was het wel droog, maar behoorlijk winderig. We zetten de natte tent op, die redelijk snel werd drooggeblazen. Wijzelf werden juist nat: onder de heerlijke warme douche.
Ada kookte de macaroni met broccoli en courgette met als toetje pannenkoeken met jam. Onder het eten begon de bewolking te breken en zagen we zelfs stukjes blauwe lucht. Gedurende de vaat, die ik deed, was de bewolking weggeblazen en zag je plots, hoe mooi het hier was.
We wandelden naar de pub om de hoek. In "The Crown Inn" dronken we the, cider en Palmer bier, terwijl we lazen, dagboek schreven en ons verdiepten in de route van de komende dagen na een dag fietsen waarop we 64 kilometer aflegden langs en over de benevelde bergen.
De beschreven route in dat boekje is de reis, die ik in 1983 met Ada gemaakt heb, toen zij 5 maanden zwanger was van Ike. Veel beschreven situaties waren afkomstig uit mijn ietwat wilde hippiejaren.
Het zou in Dorset de dag worden van de benevelde bergen. 's Nachts hadden we daar nog geen idee van. Het regende. Het klonk erger dan het was. Het was de drup van de bomen.
Om 7 uur stonden we op. Er hing een lichte drizzle. De buitentent was zeiknat. De binnentent ruimden we zo snel mogelijk op, de buitentent namen we nat mee.
We laadden de fietsen op, die we tegen Boombaard hadden gestald. Er waren 2 holtes, waar ooit takken hadden gezeten, terwijl het mos eronder baardgroei deed veronderstellen onder de donkere "ogen".
We noemden de boom dus naar de ent Boombaard uit "In de ban van de ring" van J.R.R. Tolkien.
In de serre, waar we de avond ervoor gezeten hadden, ontbeten we. Na het bestelde brood om 9 uur opgehaald te hebben, reden we om 9 uur van de "Corfe Castle Camping" af.
We zouden vandaag een alternatieve route fietsen. Gisteren hadden we al ervaren, hoe zwaar de route naar Lulworth Cove was zonder bagage, terwijl fietsroute 2 van the National Cycle Network een stuk vlakker was. Over de drukke weg langs het kasteel trapten we naar Stoborough, waar we een rustige weg hadden naar East Holme.
Over vrij vlakke wegen schoten we lekker op. Via Wool kwamen we in Moreton uit. Hier namen we onze eerste pauze in tearoom "Moreton school", dat gevestigd was in de oude school. De oudste schoolfoto stamde uit 1906!
We namen op deze drizzledag, waarbij het uitzicht op de heuvels om ons heen vrij beperkt wasm naast de cappuccino en warme chocolademelk ook overheerlijke appelchocoladetaart en kersen-amandelcake.
Via fietsroute 2 reden we over licht glooiende slingerwegen naar Dorchester. We gingen naar het centrum van deze Romeinse stad.
We stalden de fietsen aan de kop van de winkelstraat en wandelden door het winkelgebied. We kochten postzegels bij the postoffice om na een stuk wandelen bij St. Peter's Church uit te komen. Deze kerk had mooie gebrandschilderde ramen.
Ada keek nog even bij Laura Ashley en Sea Salt voor de laatste Engelse mode. Intussen begon het te regenen, zodat we onze jassen aandeden. In een supermarkt kochten we bananen en appels en met deze voorraad gingen we terug naar route 2.
We zaten er net weer op, toen Ada mij riep. Ze was haar wielerhandschoenen weer eens kwijt!
"We gaan niet terug!", zei ze er nadrukkelijk bij.
Ze wist niet, waar ze de handschoenen precies was kwijtgeraakt. In een druk winkelgebied wordt het dan ook lastig zoeken.
Waar we niet naar hoefden te zoeken was een plek, waar we konden lunchen. Het regende even flink hard, toen we net onder een spoortunnel door moesten. Een prima plek. Drie boterhammen en een halve liter melk verder was het precies droog, toen we de weg op gingen voor het zwaarste deel van de tocht.
Vanuit Dorchester klommen we over een rustig weggetje en een nog veel stiller grindpad naar een aardige hoogte. Het pad kwam uit op een boerenerf, waarbij we moesten slalommen tussen de stallen door.
Een stukje verderop zag je de contouren van een heuvel, die verder geheel verdween in de nevel. Vanaf het boerenerf reden we over een stille weg Martinstown binnen, een alleraardigst plaatsje.
Vanaf hier was het stampen op de pedalen. Het was 2 mijl klimmen in alle gradaties naar Hardy's Monument. Dit geschiedde wel in de mist. Was het zicht in Martinstown nog 200 meter, halverwege was het 100 meter en op de top nog maar 50 meter.
En dat, terwijl onze reisgids bij de officiële route, die we hier op zouden pikken, beloofde: "Na het pitoreske maar drukbezochte Abbotsbury volgt een zware klim naar Portesham Hill. Het steilste stuk helt tegen de 20%, maar het mooie uitzicht over Chesil Bay verzacht het leed aanzienlijk."
Nou, daar stonden we dan bij het imposante Hardy Monument. Op 50 meter zag je de contouren van de 22 meter hoge toren slechts vaag.
Het monument was trouwens niet voor de schrijver Thomas Hardy, die onder andere "Far from the madding crowd" op zijn naam heeft staan.
Het betrof admiraal Thomas Hardy, die samen met Nelson vocht bij de Slag bij Trafalgar tegen de vloot van Napoleon.
Vermoedelijk was ik op het verkeerde been gezet door een artikel in een tijdschrift over Dorset in "Moreton School". In dat tijdschrift stond een lezenswaardig artikel over het folknummer "John Barleycorn", dat in de jaren '60 weer bekend werd gemaakt door Traffic.
Tijdens de klim hadden we flinke tegenwind. Dit gaat niet samen met mist. Vandaag beleefde ik in het echt, wat ik wel eens tegen mijn vrouw zeg: "Ik ben in de wolken met Ada!"
Voor we aan de afdaling begonnen, deden we onze fietslampen maar aan, zodat we iets beter zichtbaar waren voor het spaarzame verkeer. Ik kan mij niet heugen, dat ik dat op een middag in juli gedaan heb, maar het leek meer herfst dan zomer.
Naarmate we verder daalden, werd het zicht beter. De bewolking begon te breken.
In het dal van Littlebredy en Long Bredy zag je de toppen van de heuvels onder een dik wolkendek verborgen gingen. De benevelde bergen.
We waren aangekomen in Puncknowle, waar een mooie, maar zeer rustige camping was: "Home Farm". We kregen uitleg, waar we bij een boerderijwinkel boodschappen konden doen. Het was ruim 2 kilometer fietsen, nota bene op onze route. We twijfelden nog even, maar gingen toch terug naar Puncknowle in de regen.
Tegen de tijd, dat we ingeschreven waren, was het wel droog, maar behoorlijk winderig. We zetten de natte tent op, die redelijk snel werd drooggeblazen. Wijzelf werden juist nat: onder de heerlijke warme douche.
Ada kookte de macaroni met broccoli en courgette met als toetje pannenkoeken met jam. Onder het eten begon de bewolking te breken en zagen we zelfs stukjes blauwe lucht. Gedurende de vaat, die ik deed, was de bewolking weggeblazen en zag je plots, hoe mooi het hier was.
We wandelden naar de pub om de hoek. In "The Crown Inn" dronken we the, cider en Palmer bier, terwijl we lazen, dagboek schreven en ons verdiepten in de route van de komende dagen na een dag fietsen waarop we 64 kilometer aflegden langs en over de benevelde bergen.
Labels:
Boeken,
Dorset,
Fietsen,
Fietsvakanties,
Ierland,
Mountainbiken,
Wandelen
Oogstmaand
Augustus wordt ook wel de oogstmaand genoemd. Nou, dat klopt volop. Ada fietst regelmatig naar de volkstuin om weer wat groenten te oogsten. Zelf ga ik ook in het weekeinde wel eens mee om een handje te helpen.
Nu vergt een volkstuin een flinke tijdsinvestering, maar daar krijg je heel wat voor terug. Zo hoeven we meestal pas in januari weer aardappels te kopen.
Nu is er een andere investering, die eigenlijk geen tijd kost: zonnepanelen op het dak. Het kostte ons € 3.000,- aan spaargeld, maar dat verdient zichzelf binnen 10 jaar terug. Omgerekend een rente van 10%. Probeer dat maar eens bij een bank voor elkaar te krijgen. Als het bij ons kan, moet het bij jullie ook kunnen!
Exact twee jaar geleden werden de zonnecollectoren op het dak gelegd. De teller staat op 3,31 Megawattuur oftewel 3.310 Kilowattuur en is de elektriciteitsmeter teruggelopen van 39.621 kWh naar 38.784 kWh. Daarmee scoren deze stroomproducenten in het tweede jaar nog beter dan in het eerste jaar.
Voorwaar, augustus is voor ons een prima oogstmaand.
vrijdag 28 augustus 2015
Van Blauwe tram tot JOBO-trein
Deze week zijn de najaarsfeesten in Katwijk aan den Rijn. De Oranjevereniging aldaar pakt altijd groots uit. Dit jaar hadden ze voor elkaar gekregen, dat de befaamde Blauwe tram weer door de Rijnstraat ging rijden.
Over het geheel genomen ging het goed, doch eenmaal ontspoorde de Blauwe tram. Dat gebeurde tijdens een proefrit op zondag, hetgeen in de kantine op mijn werk op maandag met een in Katwijk regelmatig gebezigde spreuk werd afgedaan: "Een zondagssteek houdt geen week."
Doordat de conciërge deze en volgende week vakantie heeft, mag ik deze 2 werkweken voor chauffeur spelen. Met de biebauto rij ik dan langs de vestigingen van de bibliotheek in de gemeente Katwijk. Doordat ik met kratten boeken moet sjouwen, krijg ik zodoende gratis krachttraining. Sterker nog, ik krijg er nog voor betaald ook.
Als coördinator van de "Krasse knarren" kwam ik zodoende tot tweemaal toe leden van deze trainingsgroep uit de Leidse IJshal tegen. Net als afgelopen maandag zag ik "The Shoes" en consorten over de Cantineweg flitsen, terwijl ik over de Westerbaan reed. Met 2 of 3 man in wielershirts van JOBO gestoken reed aan de rand van de duinen een goed geoliede JOBO-trein.
Zelf had ik vandaag ook een duintraining ingelast. Zowel heen als terug reed ik via "De Klip", zodat ik de dubbele afstand van een gewone werkdag had afgelegd. Na thuis gegeten te hebben liep ik om 3 uur naar de volkstuin, waar Ada en Ana druk in de weer waren met het oogsten van de nodige groenten.
Terwijl ik als een boemeltrein in de omgeving van het Valkenburgse meer de 10 kilometer vol maakte, raasde er een Hollandse TGV door "Het Vogelnest" in Peking.
Om het Nederlandse succes compleet te maken, won Bert Jan Lindeman ook nog eens de zevende etappe van de Vuelta.
Zo snel ben ik niet. Ik ben meer een diesel die zich senang voelt bij de JOBO-trein.
donderdag 27 augustus 2015
Bulttraining
Door het noodweer van gisterenavond was er geen twijfel over mogelijk: de skeelertraining ging niet door. Daar het er voor vandaag niet veel beter uit zag was het duidelijk, dat de kans om op skeelers de schade in te halen nihil was.
Derhalve was ik zowel gisteren als vanmorgen eerder van huis vertrokken naar mijn werk om via "De Klip" en de duinen te fietsen. Zo kon ik wat extra klimkilometers pakken met het oog op de traditionele Bulttijdrit van de IJVL op het wielerparcours van Swift op "De Bult" aanstaande zondag.
Vanmorgen kwam ik mijn Elfstedenmaat Hen van den Haak tegen in de duinen. Uiteraard stopten we om even bij te praten. Zo had dit ommetje een aangename verrassing in petto.
woensdag 26 augustus 2015
Met de paplepel ingegoten
Bij de droogtraining van afgelopen maandag werden we fijntjes met de neus op de feiten gedrukt: de ervaren rotten hadden best wel moeite met de door Ald en Esmee Messemaker gegeven duintraining. Het was echt met het mes op tafel om later met de scherpe messen aan de voeten over het ijs te kunnen flitsen.
Toch is er hoop voor de oudere jongeren. Zij kunnen ergens anders hun gram halen om heel wat grammen kwijt te raken. Looptrainster Stans van der Poel (zelf 9-voudig triathlon-finisher en 60+) zegt dat je op je 50ste maar 5% minder goed bent dan op je 20ste.
Leeftijd zegt minder dan leefwijze. Dus als je op je 50ste een beetje meer gaat bewegen, wat minder gaat eten en wat rustiger gaat ademen, dan wordt je conditie snel beter. En als je conditie goed genoeg is (10 kilometer binnen 65 minuten) kun je gaan denken aan de marathon.
"Juist, een marathon", zegt Van der Poel. Ze legt uit: "Als je vijf of tien kilometer zo hard mogelijk loopt, dan kun je dat met een hoge hartslag, in de buurt van je omslagpunt. Je hoeft het immers maar een halfuur tot een uur vol te houden. Loop je echter een marathon in vier of vijf uur, dan loop je veel minder hard. Logisch, want je moet de snelheid veel langer vol houden."
Van der Poel vult aan: "Als je slim traint op marathonhartslag, dan verbrand je vetten én suikers. Je lichaam is bij deze snelheid het best in balans. Terwijl je met korte, snelle afstanden (en een hoge hartslag) voornamelijk suikers aanspreekt. De marathonhartslag is goud waard voor vijftigers die een beetje stress uit hun lijf willen lopen. Of voor vijftigers die wat kilo’s kwijt willen of wat concentratie willen herwinnen."
Dit alles is te lezen op de site van Sportrusten.
Natuurlijk is het goed, als je op gevorderde leeftijd je schade in gaat halen. Maar nog beter is het om het boompje te buigen als het jong is. Je kunt het maar beter met de paplepel ingegoten krijgen!
Toch is er hoop voor de oudere jongeren. Zij kunnen ergens anders hun gram halen om heel wat grammen kwijt te raken. Looptrainster Stans van der Poel (zelf 9-voudig triathlon-finisher en 60+) zegt dat je op je 50ste maar 5% minder goed bent dan op je 20ste.
Leeftijd zegt minder dan leefwijze. Dus als je op je 50ste een beetje meer gaat bewegen, wat minder gaat eten en wat rustiger gaat ademen, dan wordt je conditie snel beter. En als je conditie goed genoeg is (10 kilometer binnen 65 minuten) kun je gaan denken aan de marathon.
"Juist, een marathon", zegt Van der Poel. Ze legt uit: "Als je vijf of tien kilometer zo hard mogelijk loopt, dan kun je dat met een hoge hartslag, in de buurt van je omslagpunt. Je hoeft het immers maar een halfuur tot een uur vol te houden. Loop je echter een marathon in vier of vijf uur, dan loop je veel minder hard. Logisch, want je moet de snelheid veel langer vol houden."
Van der Poel vult aan: "Als je slim traint op marathonhartslag, dan verbrand je vetten én suikers. Je lichaam is bij deze snelheid het best in balans. Terwijl je met korte, snelle afstanden (en een hoge hartslag) voornamelijk suikers aanspreekt. De marathonhartslag is goud waard voor vijftigers die een beetje stress uit hun lijf willen lopen. Of voor vijftigers die wat kilo’s kwijt willen of wat concentratie willen herwinnen."
Dit alles is te lezen op de site van Sportrusten.
Natuurlijk is het goed, als je op gevorderde leeftijd je schade in gaat halen. Maar nog beter is het om het boompje te buigen als het jong is. Je kunt het maar beter met de paplepel ingegoten krijgen!
Labels:
Droogtraining,
Hardlopen,
Marathon,
Skeeleren
dinsdag 25 augustus 2015
Lulworth Cove
's Nachts werden we wakker van de regen. De slaap kwam weer tot een uur of half 7.
Ik las stilletjes "Adriaan contra Olivier" van Leonhard Huizinga uit, terwijl Ada dat een half uur later deed met "Bijna thuis" van Jean Kwok.
Beide boeken konden we meegeven met Siebe en Ana, net als de landkaarten van de streken, waar we al geweest waren.
We ontbeten met brood en de helft van de cake met chocolade en appel. Ik had me intussen gedoucht en mijn nagels geknipt.
We wandelden met zijn vieren naar de Farm Food Fair van Church Knowle. Dat deden we via een public footpath. Deze boerenmarkt lag vrij dicht bij de camping, dus we hadden ons een aardige omweg kunnen besparen. Het was een beetje te vergelijken met de Leidse Bijenmarkt met veel standjes en een beetje muziek.
De toegangsprijs was £ 2,- per persoon. Dit verdienden we al aardig terug met 8 gratis ansichtkaarten. We proefden allerlei kleine stukjes voedsel, maar ook cider en Corfe Castle Beer. We kochten er een paar flessen van. Ook het voedsel voor de lunch sloegen we in.
Via een kortere weg door het weiland liepen we naar de camping terug. We liepen door het hoge gras, tot er plotseling een ree uit het hoge gewas tevoorschijn kwam en vlak voor ons wegrende.
We kleedden ons om voor onze fietstocht naar Lulworth Cove. Het was in het zonnetje met tegenwind een prachtige tocht, maar wel loodzwaar, ook zonder bepakking.
Bij Steeple hadden we een steile klim, maar we werden beloond met fraaie vergezichten.
Ana vloog als een klimgeit de steile stukken op, maar moest hier later wel de tol voor betalen.
We reden langs een militair oefenterrein en werden af en toe gewaarschuwd voor "sudden gunfire". Hoe maak je een fietstocht spannend?
Langs het fraaie Lulworth Castle bereikten we na een afdaling Lulworth Cove.
Hier stalden we onze fietsen en wandelden naar een plek met de door de zee uitgevreten kloven een meter of 25 onder ons. We zagen diverse Engelsen plezier hebben in de branding tussen de rotsen.
Na de quiche lorraine en haar vegetarische tegenhanger gegeten te hebben, namen we het laatste stuk cake. Bij sommigen viel deze maaltijd vrij zwaar.
We wandelden naar de tweede cove, een vrijwel ronde baai met een smalle doorgang.
Door het zeer toeristische dorpje Lulworth Cove liepen we terug naar de fietsen. Na een lange klim vanaf zeeniveau daalden we lichtjes af naar Lulworth Castle.
Bij deze driesprong namen we een andere route.Van East Lulworth trapten we naar West Holme over een donkere weg, maar met een niet al te steile afdaling en de wind in de rug schoten we lekker op op deze bosweg.
We namen een rustig weggetje naar Stoborough, waar we dezelfde weg als de dag ervoor naar de camping namen, waar we na 38 kilometer fietsen terug waren.
We aten macaroni met zalmsnippers, boontjes en een groentemix met turon als toetje. Om een uur of 7 namen we afscheid van Siebe en Ana, die met de auto naar huis gingen.
Ada en ik maakten nog een avondwandeling naar Corfe Castle over het public footpath. Het kasteel, of beter gezegd de ruïne, werd beschenen door de avondzon.
We konden niet in het kasteel komen. Het hek zat op slot.
Via een rondje door het mooie dorp liepen we over de weilanden naar het footpath terug, waarna we in de serre wat lazen en het dagboek bij werkten.
Labels:
Bergwandelen,
Boeken,
Dorset,
Fietsen,
Fietsvakanties,
Wandelen
Duintraining
Gisterenmorgen hadden "The Shoes" al het goede voorbeeld gegeven voor de duintraining. Terwijl ik over de Westerbaan reed met de bibliotheekauto, zag ik op de Cantineweg een groepje van een man of 6 wielrennen met in de gelederen in ieder geval Wim van Huis en Jan Versteegen met een wapperende haardos.
's Avonds had de droogtrainingsgroep van de IJVL een duintraining. Met Jos Drabbels, Jaap de Gorter en Aart Jan Schakenbos reed ik in de auto mee naar de Zanderij in Katwijk, waar we onder leiding van Als en Esmee Messemaker mee zouden doen met de IJVL-jeugd. Nou, dat hebben we geweten.
Hoewel we gepokt en gemazeld zijn op het gebied van droogtraining, kregen we een hele serie nieuwe oefeningen voorgeschoteld. Na een kilometer inlopen begon dat al bij het oprekken. Waar wij meestal statisch rekken, kregen we een hele serie dynamische rekoefeningen voor onze kiezen. Daarbij moesten we meteen al goed nadenken, daar het anders hier al meteen een andere uitvoering op zou leveren dan de trainster voor ogen had.
Op de hoge fietsbrug over de Westerbaan kregen we een shorttrackoefening die Esmee van een Zuid-Koreaanse trainer had geleerd. Hangend in een belt moesten we 45 seconden schuin op 1 been staan en dan op een fluittoon met het andere been een technische oefening uitvoeren. Ik kan u garanderen: het standbeen verzuurt in rap tempo!
We liepen het duin in, waarbij we 3 Steigerungen en 2 sprintjes moesten doen. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat Dafne Schippers sneller was.
Aansluitend volgde onder een dreigend wolkendek een serie schaatsstappen en sprongoefeningen, die als centraal thema "diep zitten" hadden. Als je dacht diep genoeg te zitten, dan kwamen Ald en Esmee je wel vertellen, dat het nog dieper kon.
Diverse oefeningen, die ik samen met Andrea Landman uitvoerde, waren nieuw voor me. Dat gold niet voor de touwladderoefeningen. In de regen voerden we deze uit op een op het schelpenpad getekende ladder. Het ziet er niet naar uit, dat het zwaar is, maar dat is het wel degelijk.
Langzamerhand werd het pad een modderpoel. Op dit pad moesten we de laatste oefening uitvoeren: 3 minuten slow skating. Je zette in de schaatshouding je ene been naar voren en sleepte je achterste been over het pad naar je standbeen toe, waarna je de volgende schaatsstap voorwaarts maakte. Ook deze oefening was zwaarder dan het eruit zag. Maar dat betrof de hele training van 7 kwartier.
Met dank aan de "jonge honden" van de IJVL, die ons een hoger tempo opdrongen dan we gewend waren, was dit een van de zwaarste droogtrainingen van de laatste jaren, waarbij we, ondanks de regen van de laatste 20 minuten, gerust konden zeggen, dat we met het weer geboft hadden. Toen we in de auto naar Leiden zaten, gingen de hemelsluizen helemaal open. Af en toe reed de wagen door een decimeter water. Niet alleen de training was zwaar, de regen was dat ook.
's Avonds had de droogtrainingsgroep van de IJVL een duintraining. Met Jos Drabbels, Jaap de Gorter en Aart Jan Schakenbos reed ik in de auto mee naar de Zanderij in Katwijk, waar we onder leiding van Als en Esmee Messemaker mee zouden doen met de IJVL-jeugd. Nou, dat hebben we geweten.
Hoewel we gepokt en gemazeld zijn op het gebied van droogtraining, kregen we een hele serie nieuwe oefeningen voorgeschoteld. Na een kilometer inlopen begon dat al bij het oprekken. Waar wij meestal statisch rekken, kregen we een hele serie dynamische rekoefeningen voor onze kiezen. Daarbij moesten we meteen al goed nadenken, daar het anders hier al meteen een andere uitvoering op zou leveren dan de trainster voor ogen had.
Op de hoge fietsbrug over de Westerbaan kregen we een shorttrackoefening die Esmee van een Zuid-Koreaanse trainer had geleerd. Hangend in een belt moesten we 45 seconden schuin op 1 been staan en dan op een fluittoon met het andere been een technische oefening uitvoeren. Ik kan u garanderen: het standbeen verzuurt in rap tempo!
We liepen het duin in, waarbij we 3 Steigerungen en 2 sprintjes moesten doen. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat Dafne Schippers sneller was.
Aansluitend volgde onder een dreigend wolkendek een serie schaatsstappen en sprongoefeningen, die als centraal thema "diep zitten" hadden. Als je dacht diep genoeg te zitten, dan kwamen Ald en Esmee je wel vertellen, dat het nog dieper kon.
Diverse oefeningen, die ik samen met Andrea Landman uitvoerde, waren nieuw voor me. Dat gold niet voor de touwladderoefeningen. In de regen voerden we deze uit op een op het schelpenpad getekende ladder. Het ziet er niet naar uit, dat het zwaar is, maar dat is het wel degelijk.
Langzamerhand werd het pad een modderpoel. Op dit pad moesten we de laatste oefening uitvoeren: 3 minuten slow skating. Je zette in de schaatshouding je ene been naar voren en sleepte je achterste been over het pad naar je standbeen toe, waarna je de volgende schaatsstap voorwaarts maakte. Ook deze oefening was zwaarder dan het eruit zag. Maar dat betrof de hele training van 7 kwartier.
Met dank aan de "jonge honden" van de IJVL, die ons een hoger tempo opdrongen dan we gewend waren, was dit een van de zwaarste droogtrainingen van de laatste jaren, waarbij we, ondanks de regen van de laatste 20 minuten, gerust konden zeggen, dat we met het weer geboft hadden. Toen we in de auto naar Leiden zaten, gingen de hemelsluizen helemaal open. Af en toe reed de wagen door een decimeter water. Niet alleen de training was zwaar, de regen was dat ook.
Labels:
Droogtraining,
Fietsen,
Hardlopen,
Wielrennen
Abonneren op:
Posts (Atom)