maandag 6 augustus 2018

Diemel-Radweg en Weser-Radweg

Het was na een droomrijke nacht vroeg wakker worden. Om 5 uur om precies te zijn. Ada sliep nog als een roos, dus ik bleef stil liggen om haar niet wakker te maken. Om half 7 gingen we eruit om de tent in te pakken.
We waren voor de tweede keer op camping "Eversburg" en hadden Warburg nog niet gezien. De bagage lieten we onder een afdak staan en zonder bepakking klommen we naar de oude stad na eerst vlak over de brug over de Diemel het hof van een boerderij op te zijn gereden.
Bij de Neestadtkirche stalden we onze fietsen. Met 2 mueslirepen stilden we onze ergste honger, voordat we aan een rondwandeling door dit fraaie Middeleeuwse stadje te wandelen.
Veel gebouwen waren meer dan 5 eeuwen oud.




Op de stadswallen had je een prachtig uitzicht op de Altstadt en zijn vele vakwerkhuizen.






Na ruim een uur wandelen en klimmen en dalen liepen we terug naar de Neestadt, waar we bij een bakkerij twee lekkere koeken, een koffie en een glas melk als ontbijt nuttigden.
Terug op camping "Eversburg" laadden we onze fietsen op, namen afscheid van Karin Göbel en fietsten weg over de Diemel-Radweg.
Dachten we. Want na een kilometer of 5 kwamen we er achter, dat de route niet met de beschrijving in "Fietsen naar Praag" correspondeerde.
We zaten vlak bij Calenberg. De eerste mogelijkheid om naar de Diemel af te dalen grepen we dan ook aan. Zo kwamen we in Dalheim aan, waar een beulpzame Duitser ons de weg wees via Hauerda naar Liebenau,

Het was een mooie route met uitzicht op de ruïne van Desenberg, gebouwd op de top van een oude vulkaan.
In Liebenau ging iets niet helemaal goed. Ada was bezig met het draaien van haar kaart. Ik reed naar het houten bruggetje om te kijken of de Diemel-Radweg daar doorging. Niet dus.
Op de brug draaide ik mijn fiets, wat niet in één keer ging. Terug op de plek, waar we stonden, stond gen Ada. Zij reed 250 meter verderop.Ik zette de achtervolging in en na ruim een kilometer had ik haar bijgehaald.Ada dacht, dat ik vooruit gereden was, omdat ik moest plassen en dat liever niet in Liebenau wilde doen.
Langs de Diemel vervolgden we de weg naar Trendelburg op de zoveelste warme dag op rij. Bij een camping aan de Diemel dronken we een koffie en een koude melk. Hier raakten we in gesprek met een paar andere Nederlanders.
Een Nederlandse campinggast mengde zich in het gesprek: "Duitsers schamen zich dood voor wat Hitler Europa heeft aangedaan. In Frankrijk wordt Napoleon nog steeds op handen gedragen. Terwijl hij een hele generatie Nederlandse jongemannen over de kling heeft gejaagd door ze in de Grande Armee naar Rusland te sturen. Zonder eten! Dat moesten ze met roven en plunderen bij elkaar scharrelen. In 1815 was Nederland straatarm."
De andere vrouw legde de link met de armenkampen in Drenthe. "Het pauperparadijs" heeft generaties lang veel invloed gehad op mensenlevens.
We fietsten de laatste 15 kilometer langs de Diemel voornamelijk door de bossen met verkoelende schaduw. De "takken op de weg", die we als waarschuwing op de camping hadden meegekregen, bleken een halve boom te zijn. Naast het pad konden we deze hindernis passeren.
Af en toe reden we behoorlijk hoog boven de Diemel naar Bad Karlshafen, waar de Diemel in de Weser uitmondde.
Bij de Diemelmonding was de afgelegde afstand tijdens deze vakantie 441.23 kilometer. De totaalstand met de Batavus Galibier was 4.412.3 kilometer, exact 100 keer zoveel.
Het was inmiddels half 1. Tijd voor lunch. Met een onvermijdelijke Umleitung begonnen we aan de Weser-Radweg.
We kwamen langs een fietsenmaker, die naar Ada's crank keek. De kogellagers waren niet echt jofel, maar de maar Shimano 68-175 was niet voorradig.
Langs een drukke weg reden we op de westoever tot het veerpont naar Wahmbeck, waarna we nog 32 kilometer op de oostoever langs de Weser fietsten. Een prachtig en afwisselend traject.
Bij Oedelsheim namen we onze enige eetpauze, waarbij we de laatste mueslirepen lieten verdwijnen.
Met nog 2 klimmen en een flinke afdaling van 10% reden we naar Hannoversch Münden toe, waar we op "Busch Freizeit", dezelfde camping als in 2010 verbleven.
Terwijl Ada de tent opzette op het eiland in de Fulda, reed ik om kwart voor 6 naar de fietsenmaker, die we gepasseerd waren, maar deze had ook de juiste kogellagers niet. De tweede fietsenmaker was op vakantie.
Samen reden we Hann. Münden in om boodschappen te doen. Alle winkels waren gesloten. Alleen een Turk was nog open. Daar kochten we een blik kikkererwten en tuinbonen en verse prei en courgette. Ada maakte hier een prima maaltijd van. Zij had 98 kilometer gefietst, ik een kilometer of 4 meer.
Na de pruimen en komkommer als dessert wandelden we naar het terras van "Ketty Restaurant", waar we muntthee, witbier en witte wijn namen als afsluiting van een heerlijke maar pittige fietsdag langs de Diemel en de Weser.

Geen opmerkingen: