Het is de laatste tijd erg warm voor de tijd van het jaar, terwijl het erg vochtig is. Deze combinatie is niet zo geweldig voor de kwaliteit van de ijsbanen. Ook in de Leidse IJshal was dat goed merkbaar.
Deze week wordt er aan de Vondellaan geschaatst voor water. Vanmorgen merkten we dat buiten de versiering langs de kant van de buitenbaan ook aan het ijs zelf.
Door de hoge luchtvochtigheid in de hal zelf dropen er druppels water van de houten spanten, die het dak dragen, op het ijs. Normaal leidt dat tot de vorming van "stalagmieten" op het ijs. Doordat het telkens op dezelfde plek drupt, bevriezen de druppels en ontstaat er een oneffenheid op het ijs.
Bij het inrijden kwam één van de "Krasse knarren" naar mij toe met de mededeling: "Daar zit een wak!"
En inderdaad, het drupte aan de binnenkant van een bocht zo hard op één plek, dat er een kuiltje in het ijs was ontstaan. Het stond vol met water. Uiteraard inspecteerde ik deze plek. Het besloeg gelukkig maar een vierkante decimeter groot. Dit stelde mij gerust, want ik wist, dat de Katwijkse synchroonzwemmers zouden komen.
Doordat het verkeer op deze regenachtige morgen aardig vast zat, waren Edwin Minnee en Hans van der Plas wat later. Wij waren al begonnen. Behalve wat water vanaf de spanten druppelde er ook nog wat "Krasse knarren" binnen, zodat we aan het eind van de bekende piramide van 25 kilometer met een kleine 20 man rondreden.
Een nieuwkomer op het ijs zei tegen ons: "Wat een mooi gezicht om zo'n groep schaatsers voorbij te zien rijden."
Dat geloof ik graag. Maar nog leuker is het om in zo'n groep schaatsers met behoorlijke snelheid mee te kunnen glijden. En dat deed het. Het ijs sloeg behoorlijk aan, maar desondanks bleef het goed glijden. Op dat ene wak na natuurlijk....
dinsdag 17 november 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten