Eigenlijk zit hier geen verschil, zoals bij het rijden van een tocht door een natuurgebied of een georganiseerde tocht als de Molen- en Merentocht: je moet gewoon je eigen proviand meenemen. De meeste koek- en zopietenten verkopen vooral voedsel wat behoorlijk vet is, en dat heb je nou precies niet nodig als je aan het sporten bent. Kortom: je moet van te voren weten, hoe lang je gaat schaatsen en hoeveel voedsel je denkt te eten die dag. Te weinig meenemen is niet goed, want je kunt de bekende “hongerklop” krijgen. Als je honger krijgt, ben je te laat, de inzinking is dan meestal niet te vermijden. Te veel meenemen is ook niet handig, als je het in een rugzak meezeult tijdens een lange tocht: je sjouwt gewicht voor niks mee.
Allereerst de notie, dat (complexe) koolhydraten het beste voedsel zijn: ze verbranden minder snel dan suikers, maar bij het duurwerk, wat toertochten rijden toch is, vormen ze juist de beste energiebron. Daarnaast begin je redelijk snel parallel aan de koolhydraatverbranding, aan de vetverbranding. Deze gaat veel langzamer, daar vet moeilijker is af te breken als koolhydraten. Het is dus goed, om in de dagen, voor je gaat schaatsen, koolhydraatrijk voedsel te eten, zoals aardappelen, rijst, pasta (macaroni en spaghetti) en bananen. Vooral onder Elfstedentochtrijders is dit een bekend fenomeen: koolhydraten stapelen. Toch is dit slechts tot een bepaalde grens mogelijk. Daarna worden de koolhydraten gewoon omgezet in vet!
De reservetank met koolhydraten kan dus niet eindeloos gevuld worden. Dat betekent dan ook, dat er voedsel meegenomen moet worden, dat energierijk is, maar niet ieder energierijk voedsel is goed. Laat ik dit met een voorbeeld staven. In februari 1996 werd de Elfstedentocht afgeblazen, omdat het niet vertrouwd was voor duizenden mensen. Met andere woorden: kleine groepjes konden het wel gaan rijden. Met Gerard Günthardt, de man van een helaas veel te vroeg overleden collega, ben ik hem gaan rijden.
Het ijs was slecht, we hadden de dag met de meeste wind uit gezocht met op een gegeven moment windkracht 7 tegen, terwijl het nog windkracht 8 zou worden. Ook nog te weinig training in zomer en winter, laat ik die fout bij mezelf zoeken, en voor het eerst in mijn leven moest ik opgeven. We kregen bij het verlaten van Franeker beiden een inzinking, zodat we bij Berlikum van het ijs stapten, nadat we hoorden, dat er zeer slecht ijs aan kwam, terwijl de duisternis net gevallen was.
Wat was er gebeurd in Franeker: we hadden allebei honger. Bij een koek- en zopietent kochten we een boterham met een lekkere warme worst. Dit was het domste, wat we hadden kunnen doen! Door de vette worst trekt er zeer veel bloed naar de maag, om al dat vet af te breken, en dat bloed zit dan niet meer in de beenspieren. Kortom: als je een inzinking wilt krijgen, is een warme worst een ideaal recept.
Daarnaast was ons voedsel overdag ook regelmatig verkeerd geweest. Gerard had Dextro druivensuikers meegenomen. Deze geven snel veel energie, dus elk uur namen we er wel eentje. Later hoorde ik van een sportdiëtiste, dat deze suikers een averechtse uitwerking hebben: de bloedsuikerspiegel wordt in korte tijd snel omhoog gegooid. Het lichaam reageert hier op door zelf minder suikers te “produceren” voor de verbranding. Met het nemen van dit soort “snelle suikers” benadeel je jezelf tijdens een lange toertocht dus enorm. Wij hadden die dag dus gewoon het verkeerde voedsel genomen!
Het jaar erop ontdekte ik vlak voor de Elfstedentocht Cyclon fruit, energierijke gel, speciaal geschikt voor duurtochten. De aardbeiensmaak van de kleine plastic zakjes schoof je na openmaking van het pakje als een soort jam in je mond en je kon zo weer een uur schaatsen.
De Elfstedentocht heb ik met Jaap de Gorter uitgereden, dus ik was meteen verknocht aan Cyclon fruit. Een paar jaar later verdween dit merk helaas uit de handel, maar ik heb een alternatief gevonden: Squeezy.
Volgens de verpakking: gel met koolhydraten voor snelle energie opname. Je kunt er minstens een half uur op sporten. Ik heb het gebruikt bij de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee, tijdens de Wintertriatlon en de marathon en ik kan zeggen: het werkt goed.
Tegenwoordig gebruik ik isotone energiegel zonder cafeïne van Qwin of soms van SIS go.
In principe zou je hier dus een Elfstedentocht op kunnen rijden, maar je lichaam heeft ook behoefte aan “vast voedsel” in de maag. Dus moet je dat gewoon doen.
Welnu, hier dan wat ervaringen, zowel positieve als negatieve.
Banaan. Meestal neem ik één banaan mee. Deze eet ik meestal als eerste op, daar de smaak er meestal niet beter op wordt als het langer in de vrieskou geweest is. Banaan is koolhydraatrijk! Daarnaast bevat het veel magnesium, hetgeen goed is tegen de kramp.
Mueslirepen. Deze zijn lekker, compact en energierijk. Ze hebben echter één nadeel: met vorst worden ze keihard. Een paar jaar geleden nam ik op de terugweg van de Zevenheuvelenloop met temperaturen rond het vriespunt een keihard geworden mueslireep. De volgende ochtend zat ik bij mijn tandarts: er was een hoek van een kies afgebroken! Mueslirepen dus alleen doen, als je ze zo warm kunt bewaren, dat ze nog redelijk zacht blijven.
Brood: boterhammen met honing. Erg lekker. Nadeel is wel, dat de honing in het brood trekt, zodat je vingers kunnen gaan kleven. Niet zo lekker in je handschoenen!
Boterhammen met kaas: op zich lekker. Kaas heeft het voordeel, dat er zout in zit, dus een compensatie voor het met transpireren verloren zout, maar het nadeel, dat het ook vet is. Af en toe een boterham met kaas is prima, maar niet een paar achter elkaar.
Boterham met worst: niet doen.
Boterham met pindakaas: zal ik niet adviseren.
Krentenbollen/mueslibollen: prima. Vooral minikrentenbollen zijn erg handig.
Chocoladerepen, Marsen e.d. niet doen, tenzij je graag naar de tandarts gaat…..
Tot slot de belangrijkste tip: je kunt beter regelmatig kleine hoeveelheden eten, dan een paar keer een grote hoeveelheid, want dan gebeurt hetzelfde als met het eten van een vette worst: er trekt veel bloed naar de maag voor het verteren van dat voedsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten