Vorige week was op de site van de NOS te lezen, dat IJVL-lid Kjeld Nuis in Zweden uit gaat testen, of hij onder ideale omstandigheden het absolute snelheidsrecord op schaatsen fors kan verbeteren en het misschien wel op 100 kilometer per uur kan brengen.
Afgelopen donderdag had ik het er over met Jan van Rijn, de ijsmeester van de Leidse IJshal. Van hem hoorde ik een prachtig verhaal uit de jeugdjaren van de tweevoudige Olympische kampioen.
"We gingen in Zoeterwoude altijd met een groep wielrenners trainen. Op een gegeven moment sloot Kjeld zich bij ons aan, toen hij nog heel jong was. Hij kon het tempo prima bijhouden. Halverwege de rit nam hij de kop over en voerde het tempo flink op. De een na de ander moest er vanaf. Op een gegeven moment reden we 40 kilometer per uur. Samen met een andere Zoeterwoudenaar kon ik het bijhouden, maar daar was alles mee gezegd. We waren blij dat we er waren."
"Het talent zat er dus al vroeg in", zei ik.
"Zeg dat wel", antwoordde de ijsmeester: "Maar het fraaiste moest nog komen."
"Je hebt zeker wel lekker getraind, Kjeld?", vroeg Jan aan Kjeld.
Het antwoord was verbijsterend: "Ik ga straks trainen!"
maandag 12 maart 2018
"Ik ga straks trainen!"
Labels:
IJshal Leiden,
Natuurijs,
Olympische Spelen,
Schaatsen,
Sport,
Wielrennen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten