Na met Ada ontbeten te hebben fietste ik naar de Marie Diebenplaats, waar ik mijn schaatsen aantrok en om 8 uur op het ijs stond. Ik heb me helemaal voorbereid om 100 rondjes op kop te rijden van het middelste peloton. Op verzoek van Frank Damen, die inderdaad sneller schaatst dan mij, ging ik naar het langzaamste peloton, dat 75 rondjes af zou leggen. Leony Verheij was de gangmaker van het snelste peloton. Zij gingen voor 150 rondjes.
Na uitleg door wedstrijdleidster Carolien Schumacher en de vorming van het drietal pelotons gingen we na een loze ronde om 8 over 8 van start.
Ik moest iets rustiger rijden dan ik gewend ben te doen, maar ik zat al spoedig in mijn cadans.
Een vijftigtal schaatsers volgden de 3 gangmakers. Soms reden er 3 treintjes naast elkaar.
Volgens Bartjens was het snelste peloton het snelste en in de praktijk bleek dat ook het geval.
Maar het gat tussen het langzame en het snelle peloton bleek niet zo groot als vooraf was gedacht. Na 75 rondjes zat het er voor de meesten van dit peloton op.
Maar niet voor mij. Met een klein plukje achter me ging ik door naar de 100 ronden op gepaste afstand van het peloton van Frank Damen.
Toen dit punt bereikt was, verlieten de meesten het ijs om aan de oliebollen te beginnen.
Maar ja, "De Diesel van Leiden" had zijn zinnen gezet om ook de 150 rondjes vol te maken. Het snelste peloton passeerde dit punt op 125 rondjes van mij en Willem van Vliet, die nu in mijn kielzog reed.
Gelukkig waren er nog wat oliebollen overgebleven voor de restanten van het langzame peloton. De Oliebollenmarathon mag wat mij betreft een traditie worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten