Dit weekeinde was de inmiddels traditionele nationale Tuinvogeltelling. Gezeten aan de ontbijttafel met zicht op de besneeuwde tuin met daarin wat vetbollen aan de appelboom en wat gesneden brood op een tweetal plankjes, zagen Ada en ik deze tuinvogels.
Houtduif 1
Huismus 7
Kauw 3
Koolmees 1
Koperwiek 1
Merel 4
Roodborst 1
Spreeuw 8
Turkse tortel 2
Vink 2
Zanglijster 1
Daarnaast was er 1 vogel, die we niet thuis konden brengen. Dat zochten we op in de "Nieuwe zakgids Vogels" van Peter Hayman.
Het bleek een bosgors te zijn. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van de bosgors gehoord.
Inmiddels waren Siebe en Ana ook beneden gekomen. Ada overlegde even met hen en zij besloten, daar de gevoelstemperatuur -13 was, op de Schenksloot te gaan schaatsen.
In de snijdende wind fietste ik met een laagje vaseline op de bevriezingsgevoelige lichaamsdelen naar de Vogelplas, waar ik om kwart voor 11 met Martin Langbroek de eerste slagen op het ijs maakte.
Met de harde noordoostenwind in de rug vloog je over het zwarte ijs, dat nu wel eindelijk wel voldoende dikte had. Aan de dikte van de scheuren te zien zo'n centimeter of 6. Er komt echter een moment, dat je tegen de wind in moet schaatsen. En dat valt dan toch wel even tegen met windkracht 6. Maar het lange eind langs de vogelkijkhut is maar 1 km, dus daarna heb je weer tijd om te herstellen.
Na twee rondjes van ruim 2 kilometer schaatste ik door naar de opstapplaats bij de boerderij. Daar zat Hans Boers op een bankje zijn schaatsen aan te trekken. Met hem in mijn kielzog reden we samen 2 rondjes. Voor mijn trainingsmaat was het de eerste keer sinds februari vorig jaar, dat hij weer schaatste. En dan meteen met zo'n wind....
Martin Langbroek was inmiddels onze gelederen komen versterken, net als Hans den Outer, Henk Distelvelt, Bauke Dooper, René Strelzyn en Frits van Huis.
Zo kon het gebeuren, dat op de Vogelplas exact hetzelfde "treintje" reed als 3 jaar geleden op de Gouwzee.
Terwijl de voorspelde sneeuw langer op zich liet wachten dan via buienradar voorspeld, hetgeen wij helemaal niet erg vonden, reden we met deze groep tot een uur of 1 aardig wat rondjes. Rond de tijd, dat het net begon lichtjes te sneeuwen, verlieten de meesten van onze groep de Tuinvogelplas.
Hans en ik namen op de door IJsclub "Nut en vermaak" uit Stompwijk klaargezette gymnastieklokaalbanken plaats om even wat krentenbollen weg te werken. Daarna konden we weer anderhalf uur buffelen. Want dat werd het wel in de sneeuw, die over het ijs heen stoof. Gelukkig ging het niet zo hard sneeuwen als 2 jaar geleden, toen in december een heuse blizzard het schaatsen binnen de kortste keren onmogelijk maakte.
Gaandeweg begon het echter wel steeds meer op de Hel van '63 te lijken. Wie dacht, dat de Vogelplas door de stuifsneeuw zou zijn verlaten, had het mis. Het was nog steeds druk, met bikkels als Frank Damen, Jos Fugers, Maria Nieuwenhuis, Karlien van der Wees, Joris Raven, Gerard Snel, Edwin Minnee en Dick van Beelen. En Herco Liem niet te vergeten, die ik altijd tegenkom bij leuke gebeurtenissen.
Er ontstonden in deze tijd door de over het ijs jagende sneeuw steeds meer sneeuwduintjes, waar je tussendoor kon schaatsen. De Vogelplas leek hierdoor steeds meer op een enorm schaakbord.
Om 3 uur trokken Hans en ik onze schaatsen uit. We hadden samen 4 uur geschaatst. In mei hopen we samen net onder de 4 uur te lopen op het nieuwe parcours bij de marathon van Leiden. We sloten de heerlijke schaatsdag met een gevoelstemperatuur van -13 af met een warme chocolademelk.
Morgen is deze vreemde vogel weer te bezichtigen op de Tuinvogelplas.
Over inmiddels weer behoorlijk besneeuwde fietspaden reden we op weg naar huis, waar de tuin inmiddels ook bedekt was met een flinke laag verse sneeuw.
De bosgors was in geen velden of wegen te bekennen!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten