Afgelopen weekend kreeg ik een krantenartikel uit de Volkskrant toegezonden.
Vandaag stond op de site van het Leidsch Dagblad dit artikel:
Leidse ijshal als kraamkamer voor olympiërs: het geheim van een baantje van krap 200 meter.
Het geheim van de Zweed is het rijden van veel bochten, van de schaatsers uit de Leidse regio, die het tot Olympiër schopten was het dat ook. Normaal gesproken zou de Leidenaar Tijmen Snel de 25e zijn geweest, want in de roemruchte matrix stond hij hoger dan Sven Kramer.
Hopelijk kan deze IJVL-er in 2026 zich in Milaan revancheren.
Waar ik normaal gesproken het hele seizoen in de Leidse IJshal aan de Vondellaan train, week ik door de lockdowns van vorig jaar en dit jaar uit naar De Uithof in Den Haag. En ik kan u garanderen, dat de bochten op deze 400-meterbaan makkelijker zijn dan die op de 200-meterbaan in Leiden.
En daar je per kilometer tweemaal zoveel bochten loopt, kost het schaatsen in Leiden meer kracht. Maar degenen, die op de Ton Menken IJsbaan hebben leren schaatsen, kunnen op een 400-meterbaan makkelijker uit de voeten dan omgekeerd.
Frank Sinatra zong in "New York, New York" de zinsnede: "If you can make it there, you'll make it anywhere".
Dat geldt ook voor degenen, die de krappe bochten in Leiden goed leren lopen. De weg naar de Olympus ligt open....
In de schoolvakanties staat een grote groep schaatstrainers iedere dag klaar om kinderen te helpen de eerste stap naar de Olympus te laten zetten.
maandag 7 februari 2022
Leidse IJshal als kraamkamer voor Olympiërs
Labels:
De Uithof,
IJshal Leiden,
Olympische Spelen,
Schaatsen,
Shorttrack
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten