dinsdag 12 maart 2024

Bert Grotenhuistraining met een Noors tintje

Met minimumtemperaturen van ruim 6 graden en een maximum van 11 graden was het ondanks de bewolking een alleraardigste dag in maart.

Dat de gemiddelde temperatuur vanaf augustus veel te hoog is, staat buiten kijf.

Na ontbeten te hebben voordat Siebe, Ana en Ada aan tafel gingen, had te maken met de training met de "Krasse knarren" in IJshal De Vliet. Als coördinator is het handig, als je op tijd komt. Derhalve fietste ik langs de Korte Vliet naar de Marie Diebenplaats toe.
De opkomst der "Krasse knarren" was niet bijster groot te noemen. Met een vijftal schaatsers begonnen we aan de piramide van 100 rondjes. Na de 4 en de 8 rondjes waren alle mensen, die wel eens kop namen al aan de beurt genomen.
Ik had voor mezelf al besloten, dat ik de langere series voor mijn beurt zou nemen, toen één van de schaatsers zei: "De rest is voor jou, Bert!"

Met het oog op de Bert Grotenhuis Bokaal was dit een pittige maar prima training. De 12, 16, 20, 16 en 12 rondjes gingen op de 250-meterbaan vrijwel zonder uitzondering in 37 hoog met een enkele keer een uitstapje naar 38 laag. Precies het tempo, dat ik vrijdag nodig heb op de IJsbaan in Haarlem bij de Bert Grotenhuis Bokaal om de 200 kilometer te volbrengen.


Bij 37,5 op een 250-meterbaan kom je uit op 1 minuut op een 400-meterbaan. Als je dit tempo vast weet te houden, kom je een heel eind. Zeker als je als diesel eenmaal opgewarmd bent en op stoom komt.

Nu ben ik een maand geleden ziek geweest en had zodoende een gedwongen rustperiode. Maar soms pakt dat juist goed uit. Daar zou nu wellicht ook sprake van kunnen zijn. Vrijdag gaan we het zien.
Edwin Minnee en John Val namen de 8 en de 4 rondjes voor hun rekening. De Bert Grotenhuistraining was wat mij betreft geslaagd.
Ik had tegen de "Krasse knarren" gezegd, dat ik geen thee zou drinken, daar mijn zoon nog één dag bij ons is voordat hij morgen weer naar Asturias vertrekt. Daar hield ik me aan.

Maar dat betekende niet, dat ik meteen naar huis ging. Ik had net mijn schaatsen uitgetrokken in de kleedkamer, toen Frans Overvliet binnenstapte. Hij had een Noor aan de balie, die informatie wilde hebben over de Ton Menken IJsbaan.

En daar ik bezig ben met een boek over de geschiedenis van de 200-meterbaan aan de Vondellaan, was ik de aangewezen persoon om hem te woord te staan. Daar mijn Noors ook niet meer is, wat het geweest is, spraken we in het Engels.

Atle houdt zich bezig met het ontwerpen van compacte ijsbanen: een ijshockeybaan met daar omheen een 222-meterbaan of een 285-meterbaan. Dit lijken vreemde afstanden, maar 222.222 meter is 1000 meter gedeeld door 4,5 en 285,714 is 1000 gedeeld door 3,5. Hiermee kan hij ijsbanen ontwerpen, waarmee de startplekken van de 500 en de 1500 meter precies op de plekken van een 400-meterbaan komen.

Hij was op dit idee gekomen, doordat wielerbanen ook allerlei verschillende afmetingen hebben. Dit is dus ook toe te passen bij kunstijsbanen. Zo wil hij compacte ijsbanen in Noorwegen, maar ook in de Baltische staten mogelijk maken, zodat het schaatsen in die landen zich verder kan ontwikkelen. Een steven, waar ik helemaal achter sta. Zeker als het in combinatie met een zwembad en zonnepanelen geschiedt.


Uiteraard liet ik hem IJshal De Vliet kort zien en legde ik uit, hoe hij bij de voormalige Leidse IJshal aan de Vondellaan kon komen. En zo kreeg de Bert Grotenhuistraining een Noors tintje....

Geen opmerkingen: