zondag 24 maart 2024

Triomf der techniek, of "Daar kom ik mijn bed niet voor uit!"

Na het succes van de eerste Oliebollenmarathon eind december werd er gezocht naar een toepasselijke afsluiting van het eerste schaatsseizoen in IJshal De Vliet. Deze werd gevonden in de Tulpenbollenmarathon. Het grote verschil zat erin, dat we de oliebollen wel aten en de tulpenbollen niet.

Ik had contractverlenging gekregen van de organisatie om als degelijke diesel voorop te rijden bij de langzaamste groep, die 75 rondjes zou rijden. Zodoende mocht ik voor de derde keer in 4 dagen tijd om 6 uur opstaan. Bofte ik even!


Ik zag in mijn eentje aan de ontbijttafel en om kwart over 7 trok ik mijn jas en mijn schoenen aan en fietste naar IJshal De Vliet, waar ik op deze winderige en wisselvallige dag aankwam met de kilometerteller van de maand maart op 538 kilometer.


In de trainerskleedkamer trok ik mijn schaatsen aan. Onderwijl werd er om mij heen driftig heen en weer gelopen. De transponders deden het wel, maar de tenaamstelling was bij allemaal Schaatsschool in plaats van Schaatsschool 1 et cetera.

Ik werd daar niet warm of koud van.

Ik schaats al bijna een kwart eeuw met een rondenteller en deze doet het bijna altijd feilloos. Een transponder is handiger, maar ja, dan moet de techniek wel meewerken. En vandaag was het niet bepaald een "Triomf der techniek"!

Het werd nog erger toen we klaarstonden voor de loze ronde en het aantal ronden per groep werd omgeroepen: "De snelste groep 150, de middengroep 100 en de langzaamste groep 50 rondjes."

Het enige wat deze voorrijder uit kon brengen was: "Daar kom ik mijn bed niet voor uit!"

In mijn contract stond toch duidelijk te lezen: "De voorrijder rijdt tenminste 75 ronden op kop en is gerechtigd dit aantal te verdubbelen."
En bij mij geldt: een man een man, een woord een woord.

En zo begon ik aan de taak, die ik op mij genomen had.




Het was een zware taak, die ik op me genomen had, want pal achter mij reed Dennis van der Hoorn. 

Een roemrijk schaatsgeslacht, want tot driemaal toe werd een Elfstedentocht gewonnen door een Van der Hoorn

De opdracht was dus duidelijk: deze Van der Hoorn voorblijven. Daarvoor moet je echter over een puike conditie beschikken. Met een onorthodox trainingsschema zorgde ik met 503 rondjes in Haarlem ervoor, dat ik in topconditie aan de start stond.

We waren de 50 ronden gepasseerd, die naar schatting in 42 seconden per ronde gingen, toen er een man van de snelle groep, die constant rondjes 31 reden, op het rechte stuk onderuit ging. Wij temporiseerden, want hij moest van het ijs geholpen worden. Daar er genoeg mensen waren om te helpen, reden wij in aangepast tempo door. Het heeft geen zin om daar met nog eens 10 schaatsers omheen te gaan staan.
Niet veel later ging een andere man op precies dezelfde plek onderuit en nog weer later een derde.

Door de valpartijen werd het een stuk onoverzichtelijker.

Op een gegeven moment hadden we meer rondjes gereden dan de middelste groep.
 
Maar dat kwam ook, doordat de voorrijder van die groep een tijdje rechtop moest rijden en de geleende transponder zodoende niet meer de ronden van de middengroep aangaf.

De handmatige rondenteller versloeg hier de triomf der techniek. Ik riep het aantal gewoon naar speaker Evert Tazelaar. Na 75 rondjes verliet een substantieel deel van mijn groep ons peloton en reed ik met een selecte groep door naar de 100 rondjes.
Daarna ging ik solo naar de 150 ronden toe, waarvan de groep die voor deze afstand ging, nog maar een twaalftal ronden verwijderd was.

Op een steeds legere baan volbracht ook ik deze afstand.
Na een tweetal bekers warme chocolademelk en een handvol paaseieren wandelde ik naar de kleedkamer toe. Met een bos tulpen. Het moet natuurlijk wel in stijl blijven....

Geen opmerkingen: