Na een nacht met aan de grond lichte vorst was het om 11 uur heerlijk om in het voorjaarszonnetje te lopen. Voor het eerst sinds december kwam de 31 daagse voortschrijdende temperatuuranamolie weer een keertje onder het gemiddelde uit.
Op het rustige weggetje aangekomen zag ik niet zo veel vogels vliegen, terwijl de buizerds in geen velden of wegen te bekennen waren. Ik zag wat kraaien, een paar eksters, een koppel ganzen in de wei, ik hoorde een kievit overvliegen en in de verte zag ik een tiental zwanen in het gras, maar vlakbij? Bijna niets.
De ooievaar keek, of daar voor hem ook wat te halen viel. Of te brengen natuurlijk....
Na 3 keer op en neer gelopen te zijn liep ik weer terug naar huis. Op het eerste oog zul je lopen tussen de weilanden als saai beoordelen, maar als je goed kijkt, dan zie je toch telkens weer nieuwe dingen.
In mijn herinnering kwam een uitspraak van Lao Tse naar boven, die ik tijdens de protestfietstocht langs de Waddenzee gelezen heb: "Wat nodig is, zijn niets steeds weer nieuwe bergen, wat nodig is zijn steeds weer nieuwe ogen!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten