Het was bewolkt maar droog. Via de kust reden we naar Pravia langs de Nalon, waarna we de Narcea volgden. Onderweg genoten we van het uitzicht op het berglandschap, dat na iedere bocht weer anders werd. Langzaam maar zeker klommen we naar Salas, waar we Ike, Marijn en onze kleinzoon troffen.
Met hen wandelden we over de Camino langs de beek naar de waterval. Vanaf een brug uit de 18e eeuw over het onverharde pad steeds hoger boven de beek om 250 meter voor de Cascade de Nonaya af te dalen naar de beek.
Het was een prachtige waterval, die loodrecht tientallen meters naar beneden denderde en daar wildstromend onder de brug door dook tussen tientallen rotsen door. Faas was zo gefascineerd door het water, dat hij vergat te eten, toen hij bij opa op schoot pal langs de beek zat.
We aten 3 verschillende stukken empanada met als toetje een koek met amandelspijs. Verrukkelijk.
Over de Camino wandelden we weer terug. De zon was doorgebroken en Ada en Ike zetten veel bijzondere planten en doorkijkjes op de foto.
Zoals gebruikelijk ging afdalen sneller dan klimmen.
Om 3 uur waren we terug in Salas, waar we een kijkje namen in de oude kerk met een retabel.
Eerlijk gezegd had ik nog nooit van dit woord gehoord tot ik het woord tegenkwam in "Noord-Spanje".
Met zijn allen gingen we nog even wat drinken in "Berlin". Onze kleinzoon kon, na te hebben rondgekropen, met zijn ouders terug naar San Martin de Podes.
Wij beklommen aan de wandeling naar de top van de Viso.
Via een paar haarspeldbochten kwamen we bij een oud kerkje, waar een mooi uitzichtpunt was. Vanaf San Martin gingen we verder over een onverhard pad. Het was wat steiler, waardoor we sneller naar boven liepen.
Bij een groot kruis klommen we over een pad met prachtig uitzicht langs ruim 10 witte kruisen naar een kapel ter ere van San Maria de Viso.
Het uitzicht was hier fantastisch, maar tijdens de 2 kilometer naar de top werd het nog mooier.
Het panorama, dat zich op deze redelijk zonnige middag voor onze ogen ontrolde, was onbeschrijflijk. Aan alle kanten zag je valleien, heuvels en bergen, ook met besneeuwde toppen, maar ook weilanden, bossen en dorpen en stadjes. Ook Oviedo zagen we vanaf hier liggen.
Paraiso natural. Het bestaat echt!
Over dezelfde wegdaalden we af, met dat verschil, dat we nu constant over de weg liepen. Hierdoor zagen we, hoe steil sommige haarspeldbochten waren.
In de bocht bij San Martin aten we fruit en wat brood voor we het laatste stuk naar Salas afdaalden.
Via het centrum liepen we naar de auto toe.
Over dezelfde route als vanmorgen reden we naar Las Vegas, waar we na een restje makreel koolsoep en sla aten. We spraken over de plannen voor morgen. We gaan terug naar de kust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten