donderdag 15 augustus 2019

De toren van Ulm

Om half 3 werd ik wakker. Ik hoorde een bas dreunen in de verte. Een of ander dorpsfeest, dat kilometers verderop nog te horen was. Ondanks dat gebonk ging ik zelf over in geronk.
Om half 7 werden we wakker door een vogelconcert. Er zaten heel veel mussen en zwaluwen rondom ons, die vrolijk kwinkeleerden. We luisterden een kwartier naar dit fluitconcert, waarna we ons aan gingen kleden voor de fietstocht naar Dillingen.
De lucht was loodgrijs, maar het was droog. De tent droogde ook al aardig op. We ruimden de tent op en aten aan de klaptafel en de stoelen van de camping. We waren net klaar met het ontbijt, toen het begon te regenen. Onder het brede afdak van de boerenschuur naast de camping wachtten we het ergste af, voordat we op de fiets stapten.
Ulm was ons eerste reisdoel. Het lag ruim 20 kilometer verderop. Vanaf camping Gasthaus "Zum Hirsch" reden we door Ersingen via een plassengebied over stille wegen. Hoewel stil?
Om 9 uur 's ochtends hoorden we eerst een flinke donderklap en daarna kwamen we langs de bron van de bastonen, die ons om half 3 een tijdje uit de slaap hadden gehouden. Lailefest. De feesttent lag 3 kilometer bij ons vandaan....
Het had inmiddels opgehouden met zacht te regenen. Als verzopen katten reden we een uur later Ulm binnen. Hierbij hadden we kennelijk een bordje gemist, want we kwamen bij het busstation uit en niet bij die Altstadt.
We wilden naar de Donau en een rivier loopt altijd over het laagste punt. We volgden het riviertje de Blau en zo kwamen we uit op het plein met de Ulmer Münster.
De fietsen stalden we onder een afdak. We gingen cappuccino en warme chocolademelk
drinken in "Das Stadthaus".  We namen er 2 appelkwarktaartjes bij en toen de regen naar beneden bleef komen nogmaals dezelfde dranken.
Om 11 uur wandelden we naar de Munsterkerk met de hoogste toren ter wereld: 161,53 meter!

We namen een kijkje in deze Evangelische  Kirche, die nog veel katholieke elementen behouden heeft. Zo stak ik, naar oud katholiek gebruik, een kaarsje op.
Om half 12 moesten we de kerk uit vanwege een dienst.





We pinden nog wat geld en om 12 uur was het bijna droog, toen we vanaf  het Münsterplatz naar de Donau reden.

Vanaf de toren kon je bij helder weer ongetwijfeld kunnen zien, waar wij naar toe zouden rijden.



Langs de rivier zagen we diverse hardlopers. De temperatuur was stukken beter dan de 38 graden op donderdag, toen wij in de hitte 2 hardlopers zagen....
Bij Thalfingen verlieten we de rivier en reden langs het spoor naar Elchingen, vanwaar we naar Weissingen trapten.  Vanaf hier fietsten we 15 kilometer  door de bossen. 
fiets
Daar zagen we al snel een vos, die zich onbespied waande, maar die toch razendsnel keerde, toen hij ons ontwaarde.
Ook zagen we een boomklever, toen we een banaan aten.
Langs de stadjes Leipheim en Günzburg reden we met de wind in de rug oostwaarts tot Offinen, vanwaar we noordwaarts reden. De donkere wolken tegemoet.
We reden inmiddels in een korte broek en wielershirt, want de temperatuur was in het waterige zonnetje aangenaam. Vanaf Gundelfingen begon het te betrekken en bij het binnenrijden van Lauingen barstte de bui los. We schuilden in een bushok en zagen de weg in een beek veranderen. Toen de bui een minuut of 20 later bijna over was, reden we verder naar het centrum van Lauingen. Nog geen 2 kilometer verder was de straat kurkdroog!
Dit noemen ze een plaatselijke bui.
Bij ijssalon "Venezia" namen we cappuccino en warme chocolademelk en een warme wafel met vanille-ijs met slagroom op het plein met zijn bijzondere toren.
De laatste etappe van Lauingen naar Dillingen ging deels langs de Donau en deels door de glooiende bossen. Dillingen is trouwens een prachtig stadje. We daalden af naar de Donau, waar we op camping "Eichwaldstuben" onze tent opzetten voor € 14,70.
De Eureka Susten 3XP stond net, toen het begon te regenen. Nadat we alles aan de kant hadden, was het weer nagenoeg droog en fietsten we door het mooie centrum.

De Altstadt van Dillingen riep bij ons associaties op met Warburg.

Op onze tocht door de vele leuke hoekjes kwamen we uit bij een Italiaans restaurant. Bij "Orissa" nam Ada een pizza en ik een visschotel. Het eten was lekker, maar behoorlijk zout. We betaalden € 42,- voor het eten en drinken.
In de schemering fietsten we om 9 uur terug naar de camping, waar we in de kantine na 73 kilometer fietsen nog wat gingen drinken op deze regenachtige zondag. Ik stootte mijn Hefe Weizen bijna om. Ik kon het glas nog net vastpakken, maar er ging toch wat bier over "Een klein leven" van Hanya Yanagihara.
Hoe kan ik dat als bibliothecaris uitleggen?

Geen opmerkingen: