Het zal niet veel mensen ontgaan zijn, dat het vandaag een kwart eeuw geleden is, dat de laatste officiële Elfstedentocht gehouden is. Ik kan het weten, want ik was die dag in Boksum in Fryslân.
Na een nacht met weinig slaap ben ik 's ochtends vroeg bij het eerste bruggetje onder Leeuwarden wezen kijken naar de eerste kilometer van de wedstrijdrijders. Hoewel ik moe was van de 200 kilometer zat mijn lijf vol adrenaline en afvalstoffen, waardoor ik de slaap niet kon vatten. Traplopen was op zijn zachtst gezegd niet fijn en mijn polsen toonden blaren als bevriezingsverschijnselen. Kortom, ik was niet geheel ongeschonden uit de Elfstedentocht gekomen.
Heel wat trainingsmaten van me reden op de dag zelf de Tocht der Tochten.
Vandaag schaatste ik met een enkele trainingsmaat. Met Jaap Kroes reed ik mee naar De Uithof in Den Haag, waar ik mijn eerste schreden op het ijs in 2022 zette. Mijn streven was om 100 rondjes te rijden. Dat deed ik wel, maar er waren twee dweilpauzes van een klein kwartier, waarbij je van het ijs af moest. Een mooi moment om even een hapje te eten.
De eerste pauze was al na 9 rondjes, de tweede na 69. In een uur tijd had ik 60 rondjes van 400 meter gereden.
Jeroen Straathof was er ook met zijn 2 jongste kinderen en nog wat jonge IHCL-ers. Als hij langs kwam rijden kon je aan de sublieme techniek zien, waarom hij wereldkampioen junioren en de eerste wereldkampioen op de 1500 meter was geworden.
Het derde blok ging makkelijker, doordat het rustiger was op de baan. Je kon daardoor langer doorglijden. In plaats van 100 rondjes deed ik er 11 meer. Het was immers de dag, die in het teken stond van de Elfstedentocht en daar paste de 111 rondjes wel bij.
Met de auto reden we naar het huis van Jaap, waar ik mijn fiets pakte en naar huis reed. Daar wachtte mij een paar schaatsverhalen. Allereerst de bijlage van de Elfstedentocht van het Leidsch Dagblad, die Rob Pijpers gebracht had.
Mijn vaste filmer bij natuurijstochten, die zelf niet schaatst, loopt er niet mee te koop, maar hij rijdt op jaarbasis op de gewone fiets ruim 17.000 kilometer. Daar ben ik met ruim 10.000 kilometer per jaar maar een kleine jongen bij. Omgerekend is dat anderhalf keer de Tour de France, de Giro d'Italia en de Vuelta a España bij elkaar. Klasse Rob!
Het tweede was een presentexemplaar van "Dwars Op" dat ik kreeg van René Meer met het verhaal over de schaatswedstrijd over de Leidsevaart van Leiden naar Haarlem in 1888.
Na thuis gegeten te hebben fietste ik naar de volkstuin en naar het revalidatiecentrum, waar een van mijn zussen verblijft. Onderweg kwam ik IJVL-lid Marco Tiller tegen, met wie ik ook een tijdje bijpraatte.
Het was dan wel geen Elfstedentocht, maar met 44 kilometer schaatsen en 31 fietsen was het toch een heel aardige trainingsdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten