Om 6 uur rinkelde de wekker, want ik zou om 7 uur worden opgehaald.
Een befaamde uitspraak luidt: "De Tour wacht op niemand."
Nou, de Bert Grotenhuis Bokaal ook niet! Voordat ik ook maar een meter geschaatst had, lag ik al op een kleine 20 seconden achterstand.
Maar geen paniek. Joop Zoetemelk zou zeggen: "Parijs is nog ver."
En dat gold ook voor de finish van de prestatietocht van vandaag. Met de van Mart Moraal geleende transponder ging ik op weg. Iedere ronde verscheen de rondetijd en het aantal rondjes op een elektronisch scorebord onder de naam "Tandje erbij".
Nu zal dat op mijn leeftijd niet zo makkelijk meer gebeuren. Ik mag allang blij zijn, als er geen tandje vanaf gaat. Bij mijn kleinzoon Faas daarentegen komt er met enige regelmaat een tandje bij.
Nu het daar toch over hebben: later op de ochtend kwam ik op de baan trainingsmaat en tandarts Arthur van Winsen tegen, die bezig was met een techniektraining.
Na een paar rondjes inrijden in precies 1 minuut begon de locomotief op stoom te komen. Na een serie rondes van 57 seconden, ging de rest van de de eerste serie heel stabiel van 55 naar 54 seconden. Bij de eerste dweilpauze stond de teller bij heel wat schaatsers op 65 rondjes.
Er reed een aardig peloton achter me aan. De naamgever van de Bokaal vertrouwde me toe, dat ik veel mensen vreugde bracht op deze dag met windkracht 6.
Dat paste mooi bij mijn geboortekaartje. Symbolisch is daarin weergegeven, dat mijn taak op aarde is om vreugde te brengen. En dan is het toch leuk, als dat zo af en toe nog lukt ook.
De volgende series ging ik verder met mijn levenstaak en reed op kop van het peloton. De series gingen nog sneller. Ik kon zelfs een flink deel met rondjes van 52 tot 53 seconden vlak rijden.
Door de met grote regelmaat naar beneden komende buien bleef de baan ondanks het dak juist op het gedeelte tegen de wind in nat. Zodoende kon je daar uitstekend blijven glijden. Daar werd je niet moe van. Via 134, 185 en 235 rondjes lag ik na 4 uur keurig op schema om de 200 kilometer vol te maken.
In eerste instantie had ik dat niet nodig, ook al werden de omstandigheden na het middaguur zwaarder. Niet eens zozeer omdat de wind wat strakker op het rechte eind stond, maar wel doordat het ijs aansloeg. Het eerste kwartier na een dweilpauze kon je prima glijden, daarna zag je de baan opdrogen en wit uitslaan, zodat het laatste half uur zwoegen werd. Dit vertaalde zich in teruglopende snelheid in het tweede deel van de serie.
In eerste instantie vertaalde zich nog niet in een teruglopend schema. Wel in een teruglopend aantal deelnemers. Een flink deel van de middag had ik geen "volgelingen". Maar dat deerde me niet. Ik gleed via 293 en 350 rondjes naar 405 rondjes. Dit geschiedde onder het toeziend oog van Mart Moraal, van wie ik de transponder geleend had.
Ik reed deze series op mijn tweede paar kluunschaatsen. Tot stomme verbazing van Bert Grotenhuis had ik deze uit mijn rugzak gehaald. Mijn eerste paar ijzers begonnen bot te worden, dus ik ging verder op scherpe ijzers. Een toertochttip, die ik iedereen met kluunschaatsen aan kan raden.
Hij maakte een serie foto's van mijn lange solo, waarbij ik de 400 rondjes volmaakte.
En een fraai filmpje.
Maar het allerleukste moment van de dag kwam tijdens de daar op volgende dweilpauze.
Terwijl ik zat te eten, praatte ik Mart bij over mijn wederwaardigheden. Een vrouw, die in de buurt stond, vroeg aan mij: "Is dat jouw zoon?"Schuddebuikend van het lachen begon ik aan de voorlaatste serie.
Zo rond de 440e ronde had ik een ouderwetse inzinking. Van het ene op het andere moment voel je de kracht uit je benen vloeien. Ik ging rechtop schaatsen om de druk een beetje van de benen te halen. Op techniek kwam ik nog redelijk vooruit, maar de snelheid was er goeddeels uit. Per rondje van 400 meter was ik 10 seconden meer tijd kwijt.
Op zulke momenten komt het aan op mentale kracht. Daarom wil ik ook ieder jaar een 200 kilometer schaatsen. Bij de Elfstedentocht staat de man met de hamer ook ergens voor je klaar en dan moet je je er ook doorheen knokken. En dat is alleen te oefenen door het te ondergaan. Een mens groeit door pijn.
Wat wel hielp waren de aanmoedigingen van Ageeth Bosma, de winnares van 2017, die dit jaar door een blessure niet mee kon doen. Zij nam de rol als speaker over en deed dat 9 uur lang met zoveel enthousiasme, dat de spreekwoordelijke geestdrift van Erica Terpstra er volledig bij verbleekte!
De laatste dweilpauze kwam als geroepen. Ik had voldoende marge opgebouwd om de 500 rondjes te kunnen halen, maar ja, het lichaam moet natuurlijk wel meewerken.
Het begin verliep goed met rondjes van 1.03. Dit tempo kon ik heel lang volhouden. De laatste 20 rondjes liet ik het tempo bewust wat zakken. Ik had de zekerheid, dat ik het zou gaan halen. Alleen een nieuwe inzinking zou me de das om kunnen doen. Ik wilde dat risico uitsluiten.
In 8 uur 50 had ik de 200 kilometer volbracht. Gezien de toch wel zware omstandigheden was ik daar tevreden over. Daarna reed ik in de resterende 10 minuten nog 6 "ereronden".
In de eindstand was ik vijfde geworden. Evert Jan van Dijk, de nummer 2, reed met 2 transponders. Winnaar was Gem Wender met maar liefst 678 rondjes. Ik was in 9 uur op maar liefst 70 kilometer afstand gereden. Als je iets doet, moet je het goed doen!
Wim Slootweg completeerde het podium op het derde treetje.
In mijn ogen heeft Nathalie de grootste prestatie geleverd, door op kunstschaatsen niet minder dan 365 rondjes af te leggen: gemiddeld 16 kilometer per uur!
Op haar kunstschaatsen deed ze ook nog eens pootje over, in tegenstelling tot deze Diesel, die dit de hele dag niet één keer gedaan heeft.
De souplesse was helemaal verdwenen. Ik voelde me stram en stijf. Ik ben 63, en zo voelde het ook echt....
2 opmerkingen:
Leuk stuk, het was weer een hele belevenis, Bert.
Mooi stukje Bert! En fantastisch gereden natuurlijk. Tot volgend jaar weer :)
Een reactie posten